Workshop van 27 oktober 2021
Terugkijken met docenten van verschillende basisscholen
‘Het vraagt van mij om te spelen en te ontdekken. En voor mij voelt het ook als comfortabel zijn met het oncomfortabele. Uit je comfortzone getrokken worden. Ja vooral het spelen en daar de verschillende vormen in ontdekken. Dat ook meer dingen spelen zijn dan je op voorhand denkt. Ik word er blij van.’ vertelt een deelnemer aan Jelle.
We zijn buiten op een grasveld. Ik hoor kinderen op het plein spelen, een grote grasmaaier rijdt rond. Fietsers komen snel de brug af of fietsen langzaam naar boven. Ik voel de herfstzon op mijn rug. Iemand danst in slow motion. Twee vrouwen zitten op een muur en kijken wat er allemaal oranje is, op een hand balanceert een stok, midden op het veld staat een deelnemer en kijkt rustig door de score-cards, iemand raakt in gesprek met een voorbijganger over haar hond en hoe die beweegt. We proberen met z’n drieën een boom om te duwen. Iets later plaats ik stiekem stokken achter iemand.
‘Twee minuten geleden fietst hier een man langs en er kwam iemand met een stok wapperend voorbij. En die man brak helemaal open en die zei: goed zo! En dat soort dingen. Dus het werkt uitstekend.’ vertelt een van de deelnemers aan Jelle.
We onderzoeken op een speelse manier: Hoe neem je de openbare ruimte waar en hoe beweeg je erin? Hoe ga je om met instructies, en op welke manier volg je deze (niet)? Waar ben je nieuwsgierig naar? Welke score-card wekt je interesse om mee te spelen en hoe verhoud je je tot de groep?
Ervaringen van de groep:
“Als een kind niet meer in de klas zou kunnen zijn, zou ik hem/haar het schoolplein op gaan sturen met de score-cards. Dat lijkt me heel erg leuk. Er valt zoveel te ontdekken en kinderen kunnen zoiets.”
“Ik zou kinderen vragen om met de scorecards te werken en hun eigen scores te bedenken en op te schrijven.”
“Zelf het voorbeeld geven. Misschien ook wat uitleg iets over ‘dit kan wel gek voelen, maar probeer het eens.”
“Dat je op een hele ‘simpele’ manier heel ‘onbevangen’/’vrij’ kan bewegen/dansen (met kinderen)”
“En lichtelijke weerstand voel ik. De weerstand is dat je in het openbaar bent nu en dat iedereen je kan zien. En dat je toch wel gekke opdrachten hebt. Dus een lijn rennen of doe niets. Ja, dus je bent een beetje ongemakkelijk. [...] dat is een goeie vraag: ‘Wat heb je nu nodig’. Ik denk dat je gewoon... Ja, ik kan nu gewoon een opdracht kiezen uit deze stapel dat je niet zo opvalt. Dus het is denk ik goed dat je meerdere keuzes hebt.”
“Ik ben buiten de groep gaan zitten. Ik doe altijd graag mee met de groep, ik was nieuwsgierig naar wat er gebeurt als ik hier buiten de groep zou gaan zitten. Ik voelde me eenzaam. En waar ik me over verbaasde, toen ik me weer besloot mee te doen. En tussen de groep was, merkte ik dat dat gevoel van eenzaamheid nog lang bleef. Ik ga nu toch anders waarnemen op het plein.“
“Voor mij is het in mijn lijf komen en uit mijn hoofd. Het komt voor mij als geroepen. Ik zat heel erg in mijn hoofd, dus ik heb de goede gekozen eigenlijk: lekker grassprieten. Ja heerlijk. Ik word er blij van overigens.”
We hebben genoten van de openheid die iedereen liet zien om op een eigen manier samen te ervaren, ongemak op te zoeken en te spelen.
Dank aan alle deelnemers!
Susan Bink en Susi Rosenfeld
留言